
Spreekwoorden: (1914)
Een stuk in (zijn kraag) hebben,d.w.z. dronken zijn; syn. van de last, de melane, de pruif hebben (Köster Henke, 38; 44; 56). Onder een stuk, mnl. stuc, verstaat men eene groote hoeveelheid, bep. een vat wijn, een stukvat (hd. Stückfass), brandewijn of
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Een stuk in (zijn kraag) hebben,d.w.z. dronken zijn; syn. van de last, de melane, de pruif hebben (Köster Henke, 38; 44; 56). Onder een stuk, mnl. stuc, verstaat men eene groote hoeveelheid, bep. een vat wijn, een stukvat (hd. Stückfass), brandewijn of
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.